Mijn naam is Max, en ik ben al meer dan een decennium actief als vertaler van Engels naar Nederlands op Gengo. In die tijd heb ik bijna 1,4 miljoen woorden vertaald, en sinds een aantal jaar controleer ik steekproefsgewijs ook vertalingen van anderen. Het Nederlands en het Engels zijn twee West-Germaanse talen die nauw aan elkaar verwant zijn, en modern Nederlands gebruikt veel Engelse leenwoorden. Hierdoor kan vertalen van het Engels naar het Nederlands vaak bedrieglijk eenvoudig lijken. Maar bij het controleren van vertalingen merk ik dat misschien juist doordat de talen zo op elkaar lijken, bepaalde fouten er erg vaak insluipen. In dit artikel zal ik het soort fouten dat ik het meest tegenkom bespreken: spatie fouten.
Bij het lezen van die vorige zin merkte je waarschijnlijk instinctief de fout: spatiefouten is natuurlijk één woord, zonder spatie tussen ‘spatie’ en ‘fouten’. Maar bij veel andere samengestelde woorden, met name samenstellingen die deels of volledig uit leenwoorden bestaan, is het moeilijker om aan te voelen hoe het geschreven zou moeten worden. Vertaalprogramma’s zijn getraind op teksten die ‘in het wild’ op het internet voorkomen, en maken daardoor ook vaak deze fout. Dus wat zijn samenstellingen, wat zijn eigenlijk de regels hieromtrent, en welke bronnen kun je gebruiken wanneer je wilt nagaan of je eigen vertaling wel juist is?
Samenstellingen zijn samenvoegingen van telwoorden, bijvoeglijke naamwoorden en zelfstandige naamwoorden die ook zelfstandig kunnen voorkomen. Voorbeelden zijn hagelslag, rodewijnvlek en langeafstandsloper. De basisregel is eenvoudig: in tegenstelling tot in het Engels worden samenstellingen in het Nederlands eigenlijk altijd aan elkaar geschreven. Indien er bij het samenvoegen van delen van de samenstelling klinkerbotsing voorkomt, gebruik je een koppelteken (-) tussen de delen van de samenstelling. Je mag ook een koppelteken toevoegen als dit de leesbaarheid verbetert. Natuurlijk zijn er ook uitzonderingen (bijvoorbeeld met eigennamen, zoals bij ‘Tweede Kamerlid’).
De regel is dus niet zo ingewikkeld. Desalniettemin komt deze fout zo vaak voor, dat er een website (spatiegebruik.nl), een boek (‘Weg om legging’) en een Facebookgroep gewijd zijn aan deze fouten. In 2012 haalde deze fout zelfs de nationale media na de introductie van het nieuwe logo van het Rijksmuseum, met een ‘haarspatie’ tussen ‘Rijks’ en ‘museum’. Heb jij het idee dat je deze fout soms of vaak maakt, of twijfel je tijdens het vertalen vaak of iets aan elkaar of los geschreven moet worden? Dan kun je natuurlijk de regels voor alle verschillende mogelijke gevallen nagaan (denk aan samenstellingen met leenwoorden, met cijfers, met afkortingen, enz.). Hiervoor kun je de volgende websites raadplegen: het Taalloket van Onze Taal, de taaladvieswebsite van de Taalunie, de website van het team taaladvies van de Vlaamse Overheid, of de korte samenvatting van de regels op de eerdergenoemde website.
Maar misschien is het beter om door het bekijken van foute voorbeelden een intuïtie te ontwikkelen over wanneer iets een samenstelling is (en dus aan elkaar geschreven moet worden) en wanneer dat niet het geval is. Hier is een catalogus met talloze voorbeelden te vinden, en op weer dezelfde website is er zelfs een spatietoets te vinden.
Wat is jouw score op de toets, en vond je hem moeilijk? Betrap jij jezelf soms op een foute spatie, of heb ik misschien ooit deze fout gecorrigeerd in een van jouw vertalingen? Of doe je het soms zelfs doelbewust, omdat het fout aanvoelt om Engelse leenwoorden aan elkaar te schrijven? Heb je verder nog vragen hierover? Laat het me weten in de reacties!
0 comments